In de diepte waar het licht verstikt,
waar waarheid breekt en angst verschrikt,
groeit langzaam uit het stil verdriet
een kreet die niemand hoort of ziet.
Dwars door een stormvloed en ondragelijke pijn,
breekt zij omhoog ontdaan van schijn
een hart dat, ongesluierd, schreit,
doch nooit verbleekt de nacht doorsplijt.



















